Recentelijk zijn er publicaties geweest dat elektrische auto’s duidelijke meer schades rijden in vergelijking tot bestuurders van een auto’s met brandstofmotor. In onze branche zijn de kengetallen voor schade dat een berijder gemiddeld eens per 8 jaar een schade rijdt. Dit getal is al een tiental jaren stabiel. Bij elektrische auto’s blijkt dat volgens een verzekeraar gemiddeld eens per 4 jaar te zijn. Hieruit lijkt een conclusie te komen dat bestuurders van een elektrische auto 2 keer zo vaak bij een ongeluk zijn betrokken dan bestuurders in een brandstof auto. Ook blijken de kosten van reparatie veel duurder dan in vergelijking met de brandstof auto.
De schadefrequentie behoeft een nuancering
De opmars van elektrische auto’s was met name fiscaal gedreven. De overheid maakte het bijzonder aantrekkelijk met lage bijtellingen en investeringspremies om een elektrische auto te bezitten c.q. te rijden.Met name Tesla was jarenlang en tot de dag van vandaag heer en meester in het segment van elektrische auto’s. Deze auto’s kwamen vaak in bezit van ondernemers en managers die ook veel onderweg zijn, en per jaar meer kilometers rijden. En precies met de kilometers per jaar gaat de vergelijking mank. Een auto die per jaar 5000 km rijdt heeft natuurlijk veel minder kans op schade dan een auto die bijvoorbeeld 30.000 km per jaar rijdt. De groep elektrische auto’s zijn met name leaserijders die gewoon erg veel onderweg zijn. Bij de groep elektrische auto’s is de verhouding leaserijders misschien wel 90% terwijl bij de rest van de het Nederlandse wagenpark de verhouding leaserijders ten opzichte van eigen bezit circa 15% is.
Kortom, een betere methode zou zijn om het aantal schadegevallen per gereden kilometers vast te stellen.
Er is nog een andere reden waarom elektrische auto’s in verhouding qua autoschade slechter scoren dan de gemiddelde brandstof auto. En dat heeft te maken met het gemiddelde vermogen en koppel van zo een elektrische auto. Waar een Porsche 911, een rasechte sportauto, een jaar of twintig ongeveer 300 PK had, hebben met name de luxere elektrische auto’s meer dan 400 PK. Veel rijders moeten daar zeker aan wennen en kunnen verrast worden door het enorme acceleratie vermogen.
Hogere kosten schade reparatie elektrische auto’s
De gebruikelijke onderhoudskosten van een elektrische auto zijn duidelijk lager dan die van normale auto’s. Een elektrische auto heeft veel minder componenten en minder draaiende onderdelen. Olie verversen, filters en bougies kent een elektrische auto niet. Daar staat weer tegenover dat onderdelen flink duurder als er bijvoorbeeld bij schade iets vervangen moet worden. Ook kent deze groep auto’s heel veel elektronische hulpmiddelen die weliswaar de veilgheid en comfort verhogen, maar bij vervanging cq reparatie erg duur zijn. De verwachting is dat al deze aspecten zullen zorgen voor een premiestijging voor elektrische auto’s.
De Duitse auto verzekeraars berekenen per merk en model de premie. Ze berekenen de kans dat een auto schade heeft ( Een Golf GTI heeft een grotere kans op schade dan een Kia Picanto) en houden daarnaast rekening met de te verwachten reparatiekosten per merk en model. Een merk met dure onderdelen heeft in Duitsland een hogere premie dan een merk met goedkopere onderdelen. De Nederlandse verzekeraars houden ook wel met diverse factoren rekening, echter niet met de twee genoemde factoren.
Nieuwe modellen 2020 in betaalbare prijsklasse
In 2020 komen duidelijk meer elektrische modellen op de markt die er voor gaan zorgen dat de elektrische auto een steeds groter aandeel in de nieuw verkoop van auto’s zal gaan krijgen. Denk daarbij aan de Opel Corsa- E, , de Peugeot e-208, DS3 E-tense, die allen in een populair en nog enigszins betaalbaar segment zitten.
De verwachting is dat het aandeel elektrische auto’s per jaar zal gaan groeien. Ook de benodigde infrastructuur krijgt daardoor de kans om geleidelijk aan mee te groeien. Helemaal perfect zou het zijn als het aandeel duurzame energie in Nederland ook mee kan stijgen. Daarmee dragen we dan met zijn allen weer bij aan een duurzame samenleving.